Adriaan van Dis, Arnon Grunberg, Connie Palmen en andere prominente schrijvers en illustratoren roepen minister Jet Bussemaker van Cultuur op om het Letterkundig Museum meer subsidie te geven. In een brandbrief nemen ze het op voor het “Rijksmuseum voor Literatuur”.
Het museum verloor drie jaar geleden een kwart van zijn budget: 700.000 euro per jaar. Volgens de schrijvers is 500.000 euro per jaar extra nodig. “Wij verzoeken u met klem het Letterkundig Museum de middelen ter beschikking te stellen die nodig zijn om als hoeder van het Nederlands literair erfgoed te kunnen blijven optreden.” Volgens de ondergetekenden kan het museum door het verliezen van subsidie de “taak van behoud, beheer en beschikbaarstelling niet langer op verantwoorde wijze kan uitoefenen”.
Ook tientallen hoogleraren en biografen hebben een brief aan Bussemaker geschreven. Daarin verzoeken zij het Letterkundig Museum subsidie te verlenen zodat “er vaart gemaakt kan worden met de digitalisering van de collectie en het optimaal toegankelijk maken van het literair erfgoed, volgens de hedendaagse maatschappelijke behoeften”.
De volledige brief:
Eefde, 15 juni 2016
Geachte mevrouw Bussemaker,
Mede uit naam van de onderaan dit schrijven genoemde auteurs, illustratoren en erven schrijf ik u deze brandbrief. Op niemand deed ik vergeefs een beroep deze mede te ondertekenen. Ondergetekenden menen dat zij spreken namens vrijwel alle (kinderboeken)schrijvers en illustratoren van Nederland.
Het Letterkundig Museum is het Rijksmuseum voor Literatuur. Schrijvers en illustratoren, dan wel hun erven, dragen literaire correspondenties, handschriften, of originele kinderboekenillustraties in goed vertrouwen, en veelal pro deo, over aan dit museum, dat goed beschouwd in opdracht van de staat — de nationale verzameling schrijversarchieven en illustratorencollecties beheert.Literatuur is een afspiegeling van de samenleving en kan omgekeerd diezelfde maatschappij beïnvloeden. Het ‘maatschappelijk belang’ van literatuur kan niet genoeg worden benadrukt, om nog maar te zwijgen van de waarde van literatuur voor het individu. Hoeveel levens zijn niet bepaald – of hebben een drastische wending genomen – door een roman, een gedicht of een filosofisch traktaat.
Het Letterkundig Museum is de schatbewaarder van ons literair erfgoed — nationaal en over genzen heen: koloniaal en postkoloniaal. Door het beheren van een waardevolle collectie schrijversbrieven, handschriften, kinderboekenillustraties en voorwerpen krijgen we letterlijk inzicht in veranderende opvattingen en mentaliteiten; figuurlijk door het organiseren van tentoonstellingen, lezingen en andere activiteiten die het belang en de waarde van literatuur permanent onder de aandacht van het publiek brengen.
Het Letterkundig Museum is een gerenommeerd instituut, dat uitstekend werk verricht, maar dat sinds de buitensporige bezuiniging die uw ministerie dit museum per 1 januari 2013 heeft opgelegd zijn taak van behoud, beheer en beschikbaarstelling niet langer op verantwoorde wijze kan uitoefenen. 30% van het personeel werd noodgedwongen ontslagen. Het museum ontbeert zelfs een hoofd Collecties. Onderzoeksprojecten met universiteiten kunnen door tijdgebrek niet van de grond komen. Het kan bovendien de digitalisering niet ter hand nemen, ondanks de plannen die het daarvoor heeft en ondanks het feit dat het dit jaar — met steun van de fondsen — met groot succes het literaire platform www.literatuurmuseum.nl heeft gelanceerd. Die site dreigt nu te verdwijnen.
Op de handschriften- en illustratiemarkt kan het Letterkundig Museum door het ontbreken van een aankoopbudget sinds 2013 niet opereren. Zo moest het onlangs het handschrift van Hersenschimmen op een veiling aan zich voorbij laten gaan, terwijl de erven-Bernlef de gehele literaire nalatenschap van deze auteur aan het Letterkundig Museum geschonken heeft, met uitzondering van genoemd handschrift.Wij verzoeken u met klem het Letterkundig Museum de middelen ter beschikking te stellen die nodig zijn om als hoeder van het Nederlands literair erfgoed te kunnen blijven optreden. Ons literair erfgoed is van groot belang en het Letterkundig Museum is, behalve bruisend literair centrum, als bewaarplaats van verhalen het literair geheugen van Nederland. Dat alles mag niet verloren gaan. Onze literatuur en het nationaal literair erfgoed verdienen onze zorg. Het jaarlijks benodigd extra-bedrag is bescheiden: € 500.000. Daarmee is niet de gehele bezuiniging van 2013 te niet gedaan, wat logisch is, want ook het Letterkundig Museum moet in tijden van krimp een financieel offer brengen. Maar dat moet in evenredige verhouding staan tot de bedragen waarmee de overige musea geconfronteerd zijn.
Wij vertrouwen erop dat u onze zorg deelt en uw verantwoordelijkheid neemt voor een collectie die voor meer dan 95% tot stand is gekomen en nog steeds tot stand komt dankzij ruimhartige schenkingen van schrijvers en illustratoren, dan wel hun erfgenamen.
Met hoogachting en vriendelijke groet,
Adriaan van Dis, mede namens:
Karin Amatmoekrim • Maria Barnas • Abdelkader Benali • Erven Bernlef • Erven Godfried
Bomans • Remco Campert • Anna Enquist • Ronald Giphart • Arnon Grunberg • Erven Hella
S. Haasse ‘ A.F.Th. van der Heijden • Erven Willem Frederik Hermans • Wim Hofman • Kees van Kooten • Guus Kuijer • Erven Boeli van Leeuwen • Paul van Loon • Erven Harry Mulisch • Erven Nescio • Nelleke Noordervliet • Erven Geert en Hillie van Oorschot • Connie Palmen • Hagar Peeters • Astrid H. Roemer • Mirjam Rotenstreich • Erven Annie M.G. Schmidt • Jan Paul Schutten • Jan Terlouw • Thé Tjong-Khing • Erven Marten Toonder • Anne Vegter • Erven Max Velthuijs • Jacques Vriens • Erven Theun de Vries • Maartje Wortel ‘ Erven Joost Zwagerman • Annejet van der Zijl