Van alle kamers herinnert Connie Palmen zich welke boeken ze er las en schreef en welke geheimen ze er koesterde. De kamer beschermt haar omdat hij haar van anderen afschermt. ‘Het is niet een vijandige wereld die ik buitensluit, het zijn juist de mensen van wie ik het meeste houd.’

Van alle kamers die ik ooit bewoonde, herinner ik me welke boeken ik er las en dat ik er schreef, en van alle kamers herinner ik me welke geheimen ik met me meedroeg. Beide beschermen me, omdat ze me van anderen afschermen. Het is niet een vijandige wereld die ik buitensluit, het zijn juist de mensen van wie ik het meeste houd.
Als iemand weet hoe het is om de hele dag thuis te zitten, zijn het schrijvers. In deze serie nemen ze ons mee op hun (geestelijke) omzwervingen door de werkkamer, zoals Xavier de Maistre dat deed in 1794 in het boek Reis door mijn kamer.