Niemand zijn is onverdraaglijk, iemand zijn is gevaarlijk. Door het hebben van een naam wordt iemand voor een deel publiek eigendom. Het lot van mensen lijkt verbonden te zijn met het vertellen en het schrijven van verhalen en ook het lot van Socrates wordt hierdoor fataal beklonken. Waarom moest Socrates sterven, terwijl hij toch maar zoiets eenvoudigs wilde als zichzelf leren kennen, de waarheid spreken en het goede nastreven? Welke wrede plotmakers verandert deze idylle van de pure ziel in een drama?
‘”Zo vergaat het de personages uit de verhalen tenminste. Hun weerzin en angst tegen een of andere vorm van weergave van zichzelf, in een naam of in de verhalen zelf, komt voor uit een verlangen om zichzelf te bewaren, hun eigen aard, hun oorspronkelijkheid, hun eenmaligheid. Hebben ze die? Zien ze het wel goed? Zien ze zichzelf wel goed? Kun je jezelf zijn zonder taal, zonder een tekst te produceren over jezelf of zonder in een tekst van een ander over jezelf betekenis te krijgen? Is de weerzin tegen de weergave terecht?”‘
Pers
“Een origineel en bij vlagen sprankelend essay.”
– Hans Warren, PZC
